Print Voeg bladwijzer toe

Rapport: Places ordered by the last entered

         Beschrijving: Plaatsnamen georderend volgens de laatst toegevoegde


Treffers 4101 t/m 4150 van 4393

«Vorige «1 ... 79 80 81 82 83 84 85 86 87 ... 88» Volgende»

# Plaats Longitude (Lengte) Latitude (Breedte) Aantekeningen ID
4101 Sijbekarspel  5.002882  52.709837 
Sijbekarspel is een dorp in de gemeente Medemblik, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. Het dorp heeft 320 inwoners (2004).
Sijbekarspel is gelegen tussen het dorp Benningbroek en Gouwe net ten noorden van Wognum. Sijbekarspel kent een dorpkern bij Benningbroek, de rest van de bewoning loopt in lint naar Gouwe.
Tot 1 januari 1979 was Sijbekarspel een zelfstandige gemeente, waartoe ook het dorp Benningbroek en de buurtschap Het Hoogeland behoorden. In 1979 fuseerde de gemeente met de gemeenten Abbekerk, Midwoud, Opperdoes, en Twisk en het dorp Hauwert (tot dan behorend tot de gemeente Nibbixwoud) tot de gemeente Noorder-Koggenland, die zelf per 1 januari 2007 fuseerde tot de gemeente Medemblik.

De huidige kerk van Sijbekarspel is gevestigd in dit lintgedeelte. De oorspronkelijke kerk werd gebouwd op een verhoogd kerkhof omstreeks 1150, in de 16e eeuw vond een soort van restauratieherbouw plaats, de kerk werd in 1547 voltooid. De muren werden in de jaren zestig van de twintigste eeuw opnieuw gemetseld met oude handgevormde steentjes. De kerk wordt eens in de zes weken nog gebruikt voor een kerkdienst. Sinds 1998 wordt onder de naam Muziek bij kaarslicht concerten van voornamelijk jonge talenten georganiseerd in de kerk door de Culturele Commissie Sijbekarspel.
Sijbekarspel kent een duidelijk plattelandskarakter, een groot deel van de dorpskern kan men omschrijven als pittoresk. Dit dankt men ook aan het feit dat het dorp is aangeduid als kleine kern, wat inhoudt dat de uitbreiding vooral voor lokale inwoners moet zijn en dat er rekening moet gehouden worden met de stijl van bouwen.

De plaats komt in 1310 voor als Siboutskerspel, in 1343 als Syboutskerspel en in 1494 als Zypekerspel. De oorspronkelijke naam zou verwijzen naar dit een parochie of kerkdorp was van of gesticht door ene Sybout.
Met Benningbroek deelde de plaats het station Benningbroek-Sijbekarspel, dit station was onderdeel van de lijn Hoorn- Medemblik. Het station werd in gebruik genomen op 3 november 1887, maar op 5 januari 1941 gesloten. Sindsdien is het geen officieel stopplaats meer. Het stationsgebouw dat gevestigd is in Benningbroek is een laag langwerpig gebouw. 
622 
4102 Abbekerk  5.016667  52.733333 
Abbekerk is een plaats in de Nederlandse provincie Noord-Holland, sinds 2007 deel uitmakend van de gemeente Medemblik.
Tot 1 januari 1979 was Abbekerk een zelfstandige gemeente, waartoe ook het dorp Lambertschaag behoorde. In 1979 fuseerde de gemeente met de gemeenten Midwoud, Opperdoes, Sijbekarspel en Twisk en het dorp Hauwert (tot dan behorend tot de gemeente Nibbixwoud) tot de gemeente Noorder-Koggenland, die zelf per 1 januari 2007 fuseerde tot de gemeente Medemblik.

Geschiedenis;
Abbekerk komt als plaatsnaam voor het eerst voor in 1310 als Abbenkerke. De plaatsnaam zou ernaar verwijzen dat hier een kerk van de persoon of familie Van Abbe(n) stond.
Tussen 1402 en 1415 werd vrijwel het gehele platteland binnen de Westfriese Omringdijk verdeeld in steden. Deze 'plattelandssteden' waren vaak combinaties van dorpen die gezamenlijk stadsrechten hadden maar waarvan de samenstellende bannen een eigen bestuur hielden. Zo werd op 2 februari 1414 Abbekerk, samen met Twisk, Midwoud en Lambertschaag, door Willem VI verheven tot de stad (of stede) Abbekerk. Later zou het alleen nog volledige stadsrechten hebben met Lambertschaag, al bleven Twisk en Midwoud onder de jurisdictie van de stede Abbekerk vallen. Ook hadden de twee dorpen nog eigendomsrechten via de stede. In Abbekerk was er een "regthuys" (rechthuis) gevestigd van de stede. Dit gebouw bestaat nog steeds, alhoewel het in 1830 door een verbouwing een heel ander aanzien kreeg. In 1830 werden ook de eigendomsrechten van Twisk en Midwoud afgekocht.
De plaats is gelegen aan de Westfriese Omringdijk. Vroeger lag het aan het water, tegenwoordig aan de polder van de Wieringermeer. Het dorp Abbekerk ligt zelf niet aan de dijk, dit is het dorp Lambertschaag.
Abbekerk werd in 1969 tot groeikern aangeduid. Het werd daardoor een stuk groter dan het lange tijd was geweest. Heel lang had Abbekerk zo'n 1000 inwoners, in 1984 was dit ruim verdubbeld, tot 2093. Bij het ontstaan van Noorder-Koggenland in 1979 was Abbekerk ook de hoofdkern geworden van de gemeente, ondanks het feit dat het gemeentehuis in Midwoud was gevestigd. In de loop van de jaren 1990 werd Midwoud mede de hoofdkern om zo ook te kunnen groeien. 
621 
4103 Follega  5.7361296  52.8862034 
Follega (Fries: Follegea) is een dorp in de gemeente Lemsterland, provincie Friesland (Nederland). Het ligt ten noorden van Lemmer en ten westen van het Tjeukemeer, en heeft ongeveer 200 inwoners (1 januari 2004). Het buurdorp is Eesterga. 
618 
4104 Westmaas  4.473611  51.786111 
Westmaas is een dorp in de Hoeksche Waard in de provincie Zuid-Holland met 2120 inwoners (1 januari 2009 - 1050 mannen/1070 vrouwen). Westmaas was een zelfstandige gemeente totdat het op 1 januari 1984 opging in de gemeente Binnenmaas; het had op dat moment 2169 inwoners, 754 woningen en een oppervlakte van 7,56 km².

Geschiedenis;
Westmaas is ontstaan na de indijking van de polders Moerkerken en Munnikenland. Zweder van Abcoude, heer van Gaesbeek, heer van Strijen, schonk het Munnikenland, een deel van de ambachtsheerlijkheid Strijen, aan de monniken van het Kartuizerklooster te Utrecht. Het land, voornamelijk rietlanden, werd door de monniken bedijkt waarna het dorp Westmaas ontstond. In het eind van de 18e eeuw is het dorp Westmaas voor een groot deel afgebrand. De brand bleek gesticht door zwervers. Daarna was het nog jarenlang verboden om zwervers onderdak te bieden of met een brandende pijp over straat te gaan. 
616 
4105 Haulerwijk gemeente Ooststellingwerf  6.331389  53.065278 
Haulerwijk (Fries: Haulerwyk, Stellingwerfs: Haulerwiek) is een dorp in de gemeente Ooststellingwerf in de Nederlandse provincie Friesland vlak bij de grens met Groningen en Drenthe. Het dorp telt 3309 inwoners (1 januari 2006). Met Waskemeer is het een van de twee Friestalige dorpen in Ooststellingwerf.
Haulerwijk ligt aan de Haulerwijkstervaart (Haulerwiekster Vaort), die deel uit maakte van de Drachtster Compagnonsvaart. 
615 
4106 Papendrecht  4.683240  51.828102  Papendrecht is een plaats en gemeente in de Alblasserwaard in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De gemeente telt 32.075 inwoners (1 november 2012, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 10,77 km² (waarvan 1,30 km² water). Binnen de gemeentegrenzen liggen geen andere kernen.

Papendrecht wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1105. Na 1277, toen een dijk werd aangelegd rondom de waard, ontstond een dorp. Tot 1816 was Papendrecht het bezit van adellijke families en pas daarna kreeg het een eigen gemeentebestuur. De gemeente ging pas echt groeien in de jaren '60 van de 20e eeuw. Het dijkdorp heeft nu een stedelijk karakter. In 2005 vierde Papendrecht haar 900-jarig bestaan.
Papendrecht is een typisch dijkdorp: de oorspronkelijke bewoners van het gebied vestigden zich namelijk langs de rivier de Merwede. Niet alleen waren rivieren belangrijk voor vervoer, ook de vissen in de rivier vormden een belangrijk bestanddeel van de maaltijd en het inkomen van de omwonenden. De ligging aan de rivier is bovendien gunstig voor handel en werk (scheepswerven en op de gorzen - aangeslibd land - rietteelt).
Er is lang een veer naar Dordrecht geweest, na de bouw van de "Dordtse" brug is dat nog enige jaren voortgezet als voetveer. Nu is deze verbinding opgenomen in de route van de Waterbus naar, onder meer, Rotterdam.
Het gemeentewapen bevat drie molens: een trasmolen, een korenmolen en een poldermolen. De drie afgebeelde molens zijn er niet meer, maar in het Park Noord Hoekse Wiel staat sinds 30 augustus 1980 een (verkleinde) weidemolen als herinnering aan die tijd. De molen heeft onlangs een restauratie ondergaan en wordt weer vaak bemalen door molenaars.

Papendrecht is een van de gemeenten van de regio Drechtsteden en wordt omringd door de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Graafstroom, Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. 
613 
4107 Dubbeldam  4.699990  51.792865 
Dubbeldam was een dorp op het Eiland van Dordrecht, is per 1 juli 1970 toegevoegd aan de gemeente Dordrecht en maakt sindsdien als wijk deel uit van deze stad. 
612 
4108 Hendrik Ido Ambacht  4.639506  51.842397  Hendrik-Ido-Ambacht; plaatselijk dialect tAmbacht) is een dorp en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland met 28.628 inwoners (1 november 2012, bron: CBS) en een oppervlakte van 11,99 km². De gemeente ligt, behalve voor wat betreft de Crezéepolder, in de Zwijndrechtse Waard (een deel van Het eiland van IJsselmonde).
Hendrik-Ido-Ambacht grenst in het noorden aan de dode rivierarm het Waaltje en in het oosten aan de rivier de Noord. Buurgemeenten zijn Ridderkerk dat noordwestelijk en Zwijndrecht dat zuidwestelijk van Hendrik-Ido-Ambacht zijn gelegen alsmede Alblasserdam en Papendrecht die beide aan de andere kant van de Noord zijn gesitueerd.
Er zijn sinds 1939 een brug over de Noord en sinds 1991 een tunnel (A15) naar Alblasserdam. Het traject van de Betuweroute door Hendrik-Ido-Ambacht ligt ondergronds. Deze tunnel loopt door de nieuwbouwwijk De Volgerlanden, een wijk met 4700 woningen. Door deze wijk is het inwonertal van Hendrik-Ido-Ambacht bijna verdubbeld en gaat de bebouwde kom van Hendrik-Ido-Ambacht naadloos over in die van het naastliggende Zwijndrecht.

Naam;
Tot 1855 heette de gemeente Hendrik-Ido-Schildmanskinderen-Ambacht en de Oostendam. De fusie met Sandelingen-Ambacht in dat jaar leverde de huidige gemeentenaam op, tevens de naam van het enige dorp binnen de gemeentegrenzen. Volgens het Genootschap Onze Taal heette de gemeente ooit Hendrik Ido Oostendam en Schildmanskinderen Ambacht, en misschien ook ooit Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht, dit zou dan de langste plaatsnaam van geheel Europa zijn geweest.
Deze bijzondere naam gaat terug op de oorsprong van de polder waarin het dorp ligt. In 1331 besloot de edelman Hendrik van Brederode om de Zwijndrechtse Waard te bedijken. De financiers van het project zouden in ruil daarvoor de positie van ambachtsheer voor een deel van de polder krijgen. Twee van de negen financiers waren Hendrik Ydo Wittens en zijn broer Schiltman Wittens, zoons van Witten Hendrik Yens die schepen van Gorinchem was. 
611 
4109 Echten, Lemsterland  5.796944  52.873056 
Echten (Fries: Ychten; Stellingwerfs: Echten) is een dorp in de gemeente Lemsterland in de provincie Friesland (Nederland). Het ligt ten zuiden van het Tjeukemeer en heeft ongeveer 620 inwoners (1 januari 2004).

Geschiedenis:
In 1511 wordt Echten geschreven als Echtna, liggende in de grietenij van Lemster fyfgea. Dat het dorp oud is, blijkt wel uit oude stukken van het jaar 1200, er woonden toen 23 gezinnen. De Sint-Laurentiuskerk? dateert oorspronkelijk uit de 13e eeuw heeft een rijke historie en is genoemd naar de heilige Laurentius. In begin 1825 is de kerk een schuilplaats en redding geweest voor veel mensen, want in dat jaar was er een grote overstroming als gevolg van dijkdoorbraken. Het water stond op veel plaatsen 1.50 meter boven maaiveld. Van de 182 woningen die destijds in Echten stonden, zijn er meer dan 150 deels zwaar beschadigd en verdwenen. Juist in die tijd waren de verveningen nog in volle gang. De op het veld staande voorraden turf spoelden weg en het vee verdronk, waardoor ook de armoede daarna groot was.

Echten (Fries: Ychten; Stellingwerfs: Echten) is een dorp in de gemeente De Friese Meren in de provincie Friesland (Nederland). Het ligt ten zuiden van het Tjeukemeer en heeft ongeveer 620 inwoners (1 januari 2004). Tot 1 januari 2014 behoorde Echten tot de gemeente Lemsterland.

Geschiedenis:
In 1511 wordt Echten geschreven als Echtna, liggende in de grietenij van Lemster fyfgea. Dat het dorp oud is, blijkt wel uit oude stukken van het jaar 1200, er woonden toen 23 gezinnen. De Sint-Laurentiuskerk dateert oorspronkelijk uit de 13e eeuw heeft een rijke historie en is genoemd naar de heilige Laurentius. In begin 1825 is de kerk een schuilplaats en redding geweest voor veel mensen, want in dat jaar was er een grote overstroming als gevolg van dijkdoorbraken. Het water stond op veel plaatsen 1.50 meter boven maaiveld. Van de 182 woningen die destijds in Echten stonden, zijn er meer dan 150 deels zwaar beschadigd en verdwenen. Juist in die tijd waren de verveningen nog in volle gang. De op het veld staande voorraden turf spoelden weg en het vee verdronk, waardoor ook de armoede daarna groot was. 
606 
4110 Luinjeberd, gemeente Aengwirden  5.9247596  52.9918842 
Luinjeberd (Fries: Lúnbert) is een dorp in de gemeente Heerenveen, provincie Friesland (Nederland). Het ligt ten noorden van de plaats Heerenveen, en heeft ongeveer 450 inwoners (1 januari 2004).
Tot de gemeentelijke herindeling van 1934 vormde Luinjeberd met de dorpen Gersloot, Terband en Tjalleberd de gemeente Aengwirden. De vier dorpen worden nog steeds Aengwirden, of De Streek genoemd.
Op de begraafplaats staat ook één van de klokkenstoelen in Friesland. 
605 
4111 Sloten  5.645278  52.894444  Sloten (Fries: Sleat) is een vestingstad in de gemeente Gaasterland-Sloten, in de Nederlandse provincie Friesland. Sloten ligt dichtbij het Slotermeer en is gelegen tussen Lemmer en Balk. Sloten behoort tot de Friese elf steden en was tot 1984 een zelfstandige gemeente.

Geschiedenis;
Sloten is in de dertiende eeuw ontstaan als nederzetting bij een stins van de familie Van Harinxma thoe Slooten, zo bevond het zich op een kruising van de handelsweg van Bentheim naar Stavoren. De familie had destijds veel conflicten met de Vetkopers. Van die stins is tegenwoordig niets meer terug te vinden. Sloten wordt op een oorkonde van 30 augustus 1426 als stad genoemd. In 1523 is het stadje als laatste Friese vestiging in handen gevallen van de erfgenamen van de graven van Holland. Tijdens het beleg van Sloten in 1523, waar Friese en Gelderse troepen waren gelegerd, is de Hollandse edelman Jan van Wassenaar dodelijk verwond geraakt. De edelman was de laatste Hollander die omkwam in de strijd om het heerschap over Friesland.
Sloten bevond zich aan de belangrijke waterweg van Sneek naar de Zuiderzee en zo verder naar de Hanzesteden aan de IJssel. In Sloten kruiste deze waterweg met de landweg van Duitsland naar Stavoren (Starum). Op deze kruising kon men dus tol heffen en strategische controle uitoefenen. De landweg liep via Doniawerstal over de gaasten (zandruggen) via Sloten, waar de waterweg was te overbruggen, naar Gaasterland en zo verder naar Stavoren, welke stad in de middeleeuwen een grote en belangrijke handelsstad was. Ook in de Tachtigjarige Oorlog vormde Sloten een belangrijke sleutelpositie. De Spanjaarden hebben het stadje nog geprobeerd te veroveren door manschappen te verstoppen in een bierschip. De list mislukte. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog bliezen de Duitsers de brug over de Ee op om de voortgang van Canadese troepen te vertragen.
Tegenwoordig is Sloten niet meer van strategisch belang. Het stadje is nu in trek bij watersporters, dagjestoeristen en mensen die een aangename woonomgeving zoeken. Aan de zuidzijde van het stadje is in de jaren zeventig een jachthaven aangelegd waar ook enkele watersportbedrijven zijn gevestigd. Tevens staat er in het stadje een grote fabriek die deel uitmaakt van het Nutreco-concern. Het bedrijf produceert melkvervangers voor jongvee (kalveren, biggen, etc.). En natuurlijk is er in de omgeving van Sloten de veeteelt, die een belangrijke basis vormt voor de lokale economie.
Het stadje heeft de oorspronkelijke omwalling vrijwel geheel behouden en tevens is de oorspronkelijke structuur van Sloten bijna geheel bewaard. De vestiging was ontworpen en gebouwd door de bekende vestigingsbouwer Menno van Coehoorn, die in het nabij gelegen Wijckel ligt begraven. Sloten was in vestingtermen de ideale stad, haar vorm heeft veel van een ui, het stadje wordt dan ook wel de "sipelstêd" (uistad) genoemd. In Sloten wordt de Sipelsneon gehouden.
Sloten telt ongeveer 760 inwoners en maakt daarom aanspraak op de eretitel kleinste stad van Nederland (zie ook Bronkhorst).
In het begin van 2008 werd het volgende bericht gepubliceerd in verscheidene Friese kranten, Volgens Albert Hendriks zou Sloten, behalve de kleinste stad van Nederland, ook aanspraak maken op de eretitel De kleinste stad ter wereld, waarbij verwezen wordt naar de Belgische plaats Durbuy, maar niet naar de Kroatische plaats Hum, die met minder dan 30 inwoners een stuk kleiner is. 
604 
4112 Ouwsterhaule, gem. Doniawerstal  5.813333  52.937778 
Ouwsterhaule (in het verleden ook wel: Oosterhaule; Fries: Ousterhaule) is een dorp in de gemeente Skarsterlân, provincie Friesland (Nederland) en telt ongeveer 300 inwoners (2004).

Ouwsterhaule ligt ten zuiden van Joure en ten oosten van de A6. De naam verwijst naar oever ("ouwer") en hoogte ("haule"). Het vormt met Oldeouwer en Ouwster-Nijega de drie dorpen die de Ouster Trijegea vormen. 
603 
4113 Delfshaven, Rotterdam  4.448333  51.907222 
Delfshaven is een deelgemeente van de gemeente Rotterdam. De deelgemeente telt (op 1 januari 2006) 70.290 inwoners en heeft een oppervlakte van 5,80 km². Oorspronkelijk was Delfshaven een onderdeel van Delft. In 1795 werd het zelfstandig, om in 1886 door Rotterdam geannexeerd te worden.
Delfshaven ontstond in 1389, toen de Delfshavense Schie werd gegraven om de stad Delft een verbinding met de Maas te geven. Sindsdien konden de schepen vanuit Delft via de Delftse en Delfshavense Schie de Nieuwe Maas bereiken. Rondom de sluis ontstond het havenstadje 'Delfshaven'. Het had de status van een 'kolonie van Delft'. In het begin van de zestiende eeuw telde Delfshaven iets meer dan 100 huizen en 400 inwoners. De groei stagneerde toen de Hoeken tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten enorme verwoestingen aanrichtten.

Hoogtepunten uit de geschiedenis;
Het oude Historisch Delfshaven, de volksbuurt Spangen en het rustige Oud Mathenesse zorgen voor veel variatie in deze deelgemeente van Rotterdam, Zuid-Holland. Enkele hoogte- en dieptepunten uit de rijke historie van Delfshaven zijn, in chronologische volgorde:
1389: Begonnen met het graven van de vaart tussen Overschie en de Nieuwe Maas. Aan de oever van de Maas verschijnen een haventje en scheepswerf; het begin van Delfshaven
1489: Tijdens de Jonker Fransenoorlog, onderdeel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, wordt Delfshaven vrijwel verwoest en alle Delftse schepen buitgemaakt of vernietigd.
1550: Delfshaven is dankzij de haringvisserij en walvisvaart uitgegroeid tot een welvarend stadje met zo'n duizend inwoners.
1554: Statig pand wordt gebouwd aan de oostzijde van de Voorhaven waar stadsdienaren havenzaken afhandelen.
1572: Inval van de watergeuzen, gevolgd door een herovering van de Spanjaarden, waarbij veel gebouwen (de meeste waren van hout) worden verwoest.
1577: Piet Hein wordt geboren in Delfshaven. Later wordt hij bekend door de verovering van de zogenaamde Spaanse Zilvervloot in 1628.
1620: De Pilgrim Fathers worden korte tijd ondergebracht in de Sint Anthonis Capel, vanwaar ze de oversteek naar Amerika beginnen.
1653: Bouw van het Kraanhuis met 'Zakkendragershuisje'.
1700 en verder: opkomst van de jeneverindustrie, met de bouw van diverse molens.
1795: Delfshaven roept zichzelf uit tot zelfstandige gemeente, onder protest van Delft.
1825: Delfshaven krijgt stadsrechten. Het pand aan de Voorhaven wordt raadhuis der gemeente Delfshaven. Tegenwoordig doet het pand dienst als café en brouwerij De Pelgrim.
1886: Delfshaven wordt met Rotterdam verenigd. De nieuwe gemeente krijgt de naam Rotterdam.
1870: Het standbeeld van Piet Hein wordt onthuld door koning Willem III.
1916: bouw van het Spartastadion en aanleg van de wijk Spangen.
1920: bouw van het Witte Dorp.
1930: aanleg van de wijk Oud-Mathenesse.
1940: Het bombardement dat het centrum van Rotterdam in de as legt, laat Delfshaven ongemoeid.
1943: Op 31 maart willen de geallieerden de Keilehaven of een spoorwegemplacement bombarderen, maar er gaat iets mis met de navigatie. Tientallen brandbommen treffen het Marconiplein en de huizen rond de Schiedamseweg. Er vallen 326 doden en meer dan 400 gewonden. Honderden gezinnen raken dakloos. Het bombardement op Rotterdam-West werd een 'vergeten bombardement', omdat de slachtoffers de bevrijders hun fouten niet wilden blijven verwijten, evenals bijvoorbeeld het bombardement op Nijmegen op 22 februari 1944 en het bombardement op het Bezuidenhout te Den Haag op 3 maart 1945.
1959: De loodsboot Delfshaven wordt gebouwd en wordt vernoemd naar de haven.
1960: Historisch Delfshaven wordt uitgeroepen tot beschermd stadsgezicht.
1993: Op 31 maart, vijftig jaar na het 'vergeten bombardement' onthult premier Ruud Lubbers een monument ter nagedachtenis aan de gewonden en doden.
1999: Het Spartastadion wordt compleet vernieuwd en een kwart slag gedraaid ten opzichte van het oude stadion. 
602 
4114 Bredevoort  6.616667  51.95  Bredevoort (Nedersaksisch: Brevoort) is een voormalige heerlijkheid en vestingstadje en was tot 1818 een zelfstandige gemeente. Bredevoort is sindsdien gelegen in de gemeente Aalten in de Gelderse Achterhoek. Het heeft de titel Boekenstad vanwege de antiquariaten en tweedehandsboekwinkels. Bredevoort heeft 1.506 inwoners.

Herkomst naam;
De naam Bredevoort is afgeleid van het woord voorde (Germaans: furdu, Oudsaksisch: foort(h)) dat oorspronkelijk "doorgang" of "doorwaadbare plaats" betekende. In dit geval gaat het om een brede doorgang, een zandrug door het moerasgebied. Aan het eind van de zandrug werd het Kasteel Bredevoort gebouwd dat later met een voorburcht werd uitgebreid en zich uiteindelijk ontwikkelde tot een versterkte vestingstad. Dit is nog steeds te zien aan het Bastion Welgemoed waarop de molen "De Prins van Oranje" staat en een deel van de stadsgracht, restanten van de vestingwerken van Bredevoort waarop in de zomer de jaarlijkse gondelvaart werd gehouden. 
601 
4115 Hoogblokland  4.9753367  51.8744633    600 
4116 Nieuwland  5.0150939  51.9011115    599 
4117 Meerkerk  4.9899362  51.9184658    598 
4118 Ammerzoden  5.2227623  51.7481635 
Ammerzoden (Brabants/Ammeroois: Ammerooie) is een dorp in de Bommelerwaard, in het westen van de Nederlandse provincie Gelderland. Het dorp telt 3473 inwoners (per 1 januari 2013). Sinds 1 januari 1999 behoort Ammerzoden tot de gemeente Maasdriel. Het dorp, gelegen aan de noordzijde van de Maas, wordt in de volksmond Ammerooie(n) genoemd. 
596 
4119 Poederoijen  5.079442  51.785235  Poederoijen is een dorp in het zuidwesten van de Nederlandse provincie Gelderland, gelegen aan Afgedamde Maas in de gemeente Zaltbommel en telt 983 inwoners (per 1 januari 2013).
Tot 1955 vormde het dorp een zelfstandige gemeente, die in dat jaar samen met Zuilichem en Aalst opging in de gemeente Brakel. Bij een gemeentelijke herschikking in 1998 werden Brakel en de daarin gelegen dorpskernen ingedeeld bij Zaltbommel.
Even ten noordwesten van het dorp ligt in de uiterwaarden tussen de rivieren het slot Loevestein, dat door de Schouwendijk verbonden is met de N322 die langs Poederoijen loopt, maar dat middels een voetveer ook vanuit het dichterbij gelegen Woudrichem kan worden bereikt. De Waal en de Afgedamde Maas vloeien hier samen tot de Merwede. De Maas vormt de provinciegrens met Noord-Brabant. In Andel aan de overzijde staat het oude logement en veerhuis "De Zwaan", het eerst vermeld in 1759, waar voor de aanleg van de N322 een pont de rivier overstak naar Poederoijen.
De fameuze krijgsheer Maarten van Rossum, wiens familie behoorde tot de lage adel van de Bommelerwaard, verwierf in 1518 de titel van heer van Poederoijen.[1] De bekendste inwoner is waarschijnlijk Marigje Arriens, een van de laatsten die aan het eind van de 16e eeuw werd veroordeeld tot de brandstapel.
Verouderde spellingen van de naam van het dorp zijn onder meer Pouderoijen, Poederoyen, Poederooijen en Podarwic. 
595 
4120 Drouwen  6.7963890  52.9522220 
Drouwen is een dorp in de provincie Drenthe (Nederland), gelegen op de Hondsrug in de gemeente Borger-Odoorn, tussen Borger en Gasselte. Drouwen telde (volgens informatie van de gemeente Borger-Odoorn) op 1 januari 2007 500 inwoners (256 mannen en 244 vrouwen).

Geschiedenis:
Prehistorie
Dat het gebied rond Drouwen al sinds lange tijd bewoond is, blijkt wel uit de vondst van een vuistbijl uit de laatste ijstijd, meer dan 60.000 jaar oud. Veel bekender zijn natuurlijk de hunebedden van de Trechterbekercultuur, de eerste landbouwers in deze streken (ca. 3500-3000 v.Chr.). Bij Drouwen liggen meerdere hunebedden, 2 aan de westkant van het dorp, en een derde wat verder naar het westen, terwijl de 5 hunebedden van Bronneger in feite tussen de beide dorpen inliggen. In het verleden zijn er nog meer hunebedden geweest, een bron uit de 18e eeuw spreekt van 16 hunebedden in de marke Drouwen (ruwweg Drouwen en Bronneger). Al met al lijkt het erop dat het gebied rond Drouwen, Bronneger en Borger een kerngebied voor de hunebedbouwers vormde.
In 1912 kreeg hunebed D19 bij Drouwen door J.H. Holwerda als eerste hunebed een modern archeologisch onderzoek. Hij onderzocht later ook D20, waarmee D19 een paar vormt. In beide werden veel archeologische vondsten gedaan. D20 is van later datum dan D19, D19 is naamgever van de Drouwen-periode van de Trechterbekercultuur terwijl D20 uit de Havelte-periode is.
Ook in de latere perioden was de regio bewoond. Uit de bronstijd stammen de grafheuvel van de Hoofdman van Drouwen (ca. 1700 v.Chr.) die in 1927 werd opgegraven, maar toen al voor een groot deel was verdwenen, een urnenveld ten noordwesten van Drouwen, waaronder een rijke vondst, bekend geworden als de 'schat van de prinses van Drouwen', en een rijk bronzen zwaard van Deense makelij. De schat van de prinses van Drouwen valt thans te bewonderen in het Drents Museum in Assen. Van latere tijd stammen een aantal Celtic fields, enkele Romeinse grafgiften en een voor-christelijk vroeg-middeleeuws grafveld.

Ontstaan en bloei
In de 14e eeuw wordt Drouwen voor het eerst genoemd, als "Druwen in den kerspel van Borgheren". Voor de naam 'Druwen' worden twee mogelijke etymologieën genoemd: Het kan zijn afgeleid van het woord 'druwe' dat 'akker' betekent of van de persoonsnaam 'Druwe'.
Drouwen is echter al ouder, wat blijkt uit de schuldmudden die Drenthe aan de bisschop van Utrecht betalen moest voor het gebruik van de woeste gronden. Deze worden geacht gelijk te zijn aan het aantal boerderijen dat een plaats in 944 bezat, en hieruit blijkt dat Drouwen (12 schuldmudden) toentertijd voor het gebied een behoorlijk grote plaats was - groter dan Borger (5 1/2 schuldmudden) of Buinen (6 schuldmudden).
Desondanks was het Borger dat in de 14e eeuw kerkdorp en dus hoofdplaats van het kerspel werd. In de volgende eeuwen groeit Borger, maar Drouwen blijft niet ver achter, en begin 19e eeuw telt Drouwen ruim 300 inwoners, en is na Borger (ruim 400 inwoners) nog de grootste plaats in de gemeente Borger, waarvan de grenzen met het kerspel overeenkomen.
Drouwen is in deze periode nog vrijwel geheel een landbouwdorp, en dit zal tot de opkomst van het toerisme en het forensisme in de 20e eeuw zo blijven. Wel is er al sinds de 17e eeuw een bijschool van de school van Borger, die echter tot ver in de 19e eeuw alleen in de wintermaanden open is. Zoals op veel plaatsen in Drenthe waren de woeste gronden rond het dorp gemeenschappelijk bezit, waarin de verschillende bewoners een zogenaamd waardeel bezaten. Het veengebied werd begin 18e eeuw verdeeld, waarna hier een nieuwe nederzetting ontstond, het Drouwener Buirveen (het tegenwoordige Drouwenerveen). De rest van de verdeling van de gemeenschappelijke markegronden, tot dan toe bezit van de boermarke, vond in 1849 plaats.
Lange tijd heeft Drouwen ook een kleine joodse gemeenschap gehad. In 1804 werd in een woonhuis een kleine synagoge gesticht, al had men veel moeite de hiervoor benodigde tien man te krijgen. Deze huissynagoge heeft dienstgedaan tot 1846. De Drouwense joden (vier gezinnen uit Borger en Drouwen) zijn in de Tweede Wereldoorlog via Westerbork naar Auschwitz en Sobibór gedeporteerd en daar vermoord.

19e en 20e eeuw
In de 19e eeuw groeide Drouwen nauwelijks, terwijl vooral de dorpen in het veen, maar ook Borger en Buinen, dit wel deden, en Drouwen werd een van de kleinere dorpen van de gemeente. Rond 1900 richtten de inwoners een zuivelfabriek op, die tot 1968 bleef bestaan.
In 1905 werd een spoorlijn Emmen-Gasselternijveen door de NOLS aangelegd, en Drouwen kreeg een halte aan deze lijn (de plaats van het stationsgebouw wordt thans onder Bronneger gerekend). De halte Drouwen werd in 1937 opgeheven, de lijn zelf verdween in 1964 (nadat al sinds 1938 geen reizigersvervoer meer plaatsvond).
Te intensief gebruik van de woeste gronden rond het dorp leidde tot zandverstuivingen, die al eind 18e eeuw de akkers begonnen te bedreigen, en uiteindelijk zelfs het dorp zelf. Begin 20e eeuw werd door bosaanplant op het Drouwenerzand hieraan een einde gemaakt. Dit leidde al snel tot enig toerisme, dat vooral na de Tweede Wereldoorlog sterk toenam. Naast ondergenoemde toeristische initiatieven is ook de drive-inbioscoop die in 1969 werd gesticht het vermelden waard. Deze "Eerste Eigen Auto Bioscoop van Europa" trok in de jaren zeventig dagelijks vele bezoekers, maar moest het uiteindelijk afleggen tegen de opkomst van de video. 
594 
4121 Zuidbarge  6.9036324  52.7552632 
- Zuidbarge is een dorp in de provincie Drenthe, gemeente Emmen.
- De gemeente Emmen heeft aan een aantal kernen die inmiddels door de uitbreidingen van de stad in of direct rond de bebouwde kom van de stad zijn komen te liggen, geen eigen postcode en bijbehorende woonplaatsnaam toegekend. Voor de postadressen liggen die plaatsen daarom 'in' Emmen. Sommige van die plaatsen beschouwen zich echter nadrukkelijk nog steeds als 'dorp bij Emmen' en niet als wijk van Emmen. Zuidbarge is er daar één van.
- Zuidbarge heeft witte plaatsnaamborden, omdat het formeel binnen de bebouwde kom van Emmen ligt, en heeft formeel dus geen eigen 'bebouwde kom'. Praktisch gezien is dat wél het geval: ter plekke is het dorp nog wel duidelijk als zodanig te onderscheiden, hoewel Zuidbarge inmiddels rondom grenst aan woonwijken en bedrijventerreinen van Emmen.

Naam
In het Nedersaksisch
Zuudbarge.
Oudere vermeldingen
Zuid-Berge, 1362 Zweberghen, 1416 tot Zuytbarge, 1457 Zuidberge, 1546 Zuytberge, 1598 Zuydtbarge, 1840 Zuid-Bargen, 1883 Zuid-Barge. In 1381-1383 wordt Berghe genoemd, maar het is moeilijk uit te maken of hiermee Noordbarge of Zuidbarge wordt bedoeld.
Naamsverklaring
Barge, berge betekent hier 'bij de heuvel'. Vergelijk ook Barger-Compascuum en Emmen. Zuidbarge was altijd het hoger gelegen deel naast het Bargermeer, dat later drooggelegd is en tegenwoordig een bedrijventerrein is.

Ligging
Zuidbarge ligt (in het) Z van Emmen en grenst in het W en Z aan het Oranjekanaal, in het O aan bedrijventerrein Bargermeer en in het N aan de Rondweg (N391).

Statistische gegevens
- In 1840 omvatte Zuidbarge 30 huizen met 205 inwoners.
- Tegenwoordig heeft Zuidbarge ca. xxx huizen met ca. xxx inwoners.

Geschiedenis
In 1362 wordt Zuidbarge voor het eerst genoemd in een oorkonde. In oorsprong gaat de esnederzetting naar alle waarschijnlijkheid terug naar de aanleg van één of enkele hoeven in de 8e en 9e eeuw na Christus. In 1445 kende Zuidbarge 11 erven en het dorp is sindsdien uitgegroeid tot een zelfstandige nederzetting. De naam Suijtberge veranderde in de loop van de tijd in Zuidbarge. Omdat de oudste schriftelijke vermelding doorgaans als stichtingsjaar van een plaats wordt beschouwt, gaat Zuidbarge in 2012 het 650-jarig bestaan groots vieren, onder meer met de uitgave van een boek over de geschiedenis van het dorp, waaraan ca. 9 jaar is gewerkt. Het wordt een fors boek met ca. 330 pagina's op A4-formaat. Site over 650 jaar Zuidbarge.

Zuidbarge had van 1905 tot 1938 en tijdens de Tweede Wereldoorlog een station aan de spoorlijn Zwolle - Stadskanaal.

Als u zich nader wilt verdiepen in de geschiedenis van Zuidbarge, kunt u terecht bij de Historische Werkgroep Zuidbarge. Op de site van de werkgroep vindt u tientallen artikelen over de geschiedenis van Zuidbarge.

Bezienswaardigheden
- Zuidbarge heeft 6 rijksmonumenten.
- Eén daarvan is molen Zeldenrust uit 1857.
- De voormalige lagere school (Zuidbargerstraat 94), tegenwoordig in gebruik als dorpshuis, is sinds 2010 een provinciaal monument. 
593 
4122 Noordbarge  6.888893  52.773444 
- Noordbarge is een dorp in de provincie Drenthe, gemeente Emmen.
- De gemeente Emmen heeft aan een aantal kernen die inmiddels door de uitbreidingen van de stad in of direct rond de bebouwde kom van de stad zijn komen te liggen, geen eigen postcode en bijbehorende woonplaatsnaam toegekend. Voor de postadressen liggen die plaatsen daarom 'in' Emmen. Sommige van die plaatsen beschouwen zich echter nadrukkelijk nog steeds als 'dorp bij Emmen' en niet als wijk van Emmen. Noordbarge is er daar één van.
- Noordbarge heeft witte plaatsnaamborden, omdat het formeel binnen de bebouwde kom van Emmen ligt, en heeft formeel dus geen eigen 'bebouwde kom'. Praktisch gezien is dat wél het geval: ter plekke is het dorp nog wel duidelijk als zodanig te onderscheiden, hoewel Noordbarge inmiddels grenst aan de wijk Bargeres in het Z.

Naam
Oudere vermeldingen
Noord-Barge, Noord-Berge, 1440 Noertberge, 1542 Noirtbarghe, 1840 Noord-Bargen. 1381-1383 wordt Berghe genoemd, maar het is moeilijk uit te maken of hiermee Noordbarge of Zuidbarge wordt bedoeld.
Naamsverklaring
Barge, berge betekent hier 'bij de heuvel'. Vergelijk ook Barger-Compascuum en Emmen.

Ligging
Noordbarge ligt (in het) W van Emmen en grenst in het O aan de Hondsrugweg, in het Z aan de wijk Bargeres en in het N aan de Ermerweg.

Statistische gegevens
- In 1840 omvatte Noordbarge 50 huizen met 347 inwoners.
- Tegenwoordig heeft Noordbarge ca. xxx huizen met ca. xxx inwoners.

Geschiedenis
Noordbarge is volgens de plaatselijke Historische Commissie het oudste dorp van Drenthe. Noordbarge zou namelijk het enige Drentse dorp zijn dat sinds de tijd van de Trechterbekercultuur onafgebroken bewoond is. Op de Hoge Loo bij Noordbarge zijn bij archeologisch onderzoek spectaculaire vondsten gedaan uit de Romeinse tijd en nederzettingen en grafvelden uit Brons- en IJzertijd. Vanaf 800 na Chr. splitst de oude nederzetting zich in Noordbarge en Zuidbarge.

Als u zich nader wilt verdiepen in de geschiedenis van Noordbarge, kunt u terecht bij de volgende instanties en sites:
- De Historische Commissie van Plaatselijk Belang Noordbarge onderzoekt en ontsluit de geschiedenis van het dorp. Anno 2011 is de commissie doende om de 1200-jarige geschiedenis van Noordbarge in een boek vast te leggen.
- Pagina over de geschiedenis van Noordbarge op de site Historisch Emmen.

Bezienswaardigheden
- Aan de Ermerweg/Melkweg staat aan het Oranjekanaal de voormalige melkfabriek van Noordbarge. De melkfabriek was sinds 1989 buiten gebruik en is de afgelopen jaren verbouwd tot kantoor, gelukkig met behoud van de gevels en de 35 meter hoge schoorsteen.
- Ondanks de verstedelijking van de stad Emmen, heeft Noordbarge nog veel van vroeger tijden kunnen bewaren. Zo zijn er nog fraaie brinken te bewonderen en veel oude boerderijen.

Natuur en recreatie
- W van Noordbarge ligt het Noordbargerbos, N van Noordbarge ligt de Noordbargeres.

Trivia
- Volgens een sage komt het meisje waarnaar het dorp Schoonebeek zou zijn vernoemd, uit Noordbarge. 
592 
4123 Scherpenzeel gem. Weststellingwerf  5.875486  52.831759  Scherpenzeel (Stellingwerfs: Scharpenzeel) (Geluidsfragment uitspraak (info·uitleg), Fries: Skerpenseel) is een dorp in de gemeente Weststellingwerf, provincie Friesland (Nederland). Het ligt ten zuidwesten van Wolvega, tussen Wolvega en Kuinre. Het dorp telt ongeveer 180 woningen.

Geschiedenis:
Al omstreeks 1100 woonden er mensen in de streek van wat nu wel de 'Grote Veenpolder' wordt genoemd, maar pas in de middeleeuwen kwam de bewoning echt op gang. Er werden woningen (zeg maar hutjes) gebouwd, meestal in groepjes bij elkaar. Zo ontstonden de dorpen in de Grote Veenpolder: Munnekeburen, Scherpenzeel, Spanga en later Langelille en Nijetrijne. Tussen die dorpen waren ook verbindingswegen. Dat was eerst een soort karrenspoor (het Voetpad). Het was een zogenaamde 'Binnenweg'. Toen de behoefte aan meer en betere vervoersmogelijkheden groeide, werden ook 'Buitenwegen' aangelegd. Die waren breder en wagens met paarden er voor konden er gebruik van maken. Zo ontstond bijvoorbeeld de Grindweg.[1]
Scherpenzeel is het centrale dorp van de Grote Veenpolder,zo is er nog een bakkerij. Er is ook een brandweerkazerne in het dorp die de Grote Veenpolder als werkgebied heeft en daarnaast regelmatig de brandweer van Wolvega moet ondersteunen bij branden in Wolvega. 
591 
4124 Onna  6.149378  52.774991  Onna is een dorp dat ligt in de gemeente Steenwijkerland, in de Nederlandse provincie Overijssel.
De plaats ligt net ten zuidoosten van Steenwijk. In 2008 telde Onna 120 inwoners en wordt daarom soms als gehucht of buurtschap aangeduid. Het dorp heeft een eigen kapel, Eben-Haëzer, in gebruik bij de PKN voor de zondagse erediensten
Ook heeft het dorp een dorpshuis, een fanfare en tot begin jaren '80 van de twintigste eeuw een openbare basisschool.
Onna komt al voor in 1313, dan als Unne, zo blijkt uit een document dat een geschil omschrijft tussen de bisschop van Utrecht en Stellingwerven. In 1441 wordt het genoemd als Unninghe, maar vijf jaar later wordt de spelling Vnna gebruikt. Later verbasterde dit naar de huidige spelling.
De plaatsnaam kent verschillende uitleggen: het zou 'weide' kunnen betekenen of 'geen water', dat zou slaan op de hoogte en droogte van de plaats. Een andere bekende verklaring is dat het 'golvend landschap' zou betekenen, van het Latijnse 'Unda'. 
590 
4125 Rotterdam - Crooswijk  4.4887678  51.9314346    588 
4126 Nieuw Helvoet  4.1326804  51.8360345    586 
4127 Wildervank  6.8523590  53.0602620  Wildervank is een dorp in de Nederlandse provincie Groningen. Wildervank was tot 1969 een zelfstandige gemeente. Tegenwoordig is het dorp een deel van de gemeente Veendam. Het buitengebied en het bebouwde lint langs het Stadskanaal van de voormalige gemeente hoort nu tot de gemeente Stadskanaal. De bebouwing van Wildervank en die van Veendam lopen in elkaar over. Het dorp dankt zijn naam aan Adriaan Geerts Wildervanck, een vervener uit de 17e eeuw.  585 
4128 Hilversum  5.1668974  52.2291696    584 
4129 Heusden  5.138279  51.733004    583 
4130 Hoornaar  4.9446089  51.8818928    582 
4131 Lage Vuursche  5.2232212  52.1847412    581 
4132 Nieuwe Tonge  4.163138  51.714391    580 
4133 Essen, Duitsland  7.011555  51.455643    577 
4134 Osnabrück  8.0471788  52.2799112    576 
4135 Emmeloord  5.7508333  52.7097222 
Emmeloord is de hoofdplaats van de gemeente Noordoostpolder, in het noorden van de Nederlandse provincie Flevoland. De stad telde op 1 januari 2013 25.605 inwoners.

Geschiedenis:
Emmeloord ontleent zijn naam aan het dorpje Emmeloord op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland. Dit eiland lag in de Zuiderzee. Emmeloord heette vroeger (1478) Emelwerth. Eem, het eerste deel van Emel, komt van het Germaanse ami, een algemene aanduiding voor een natuurlijke waterloop. Werth betekent wierde. Vanaf 1650 zien we echter dat de naam omgezet is naar Emeloirt. Oirt (door de i achter de o spreek je het uit als oort) betekent punt, net als in Dinteloord en IJoort (later IJdoorn).
De overgang van werth naar oort heeft waarschijnlijk te maken met de afbrokkeling van het eiland Schokland. Daardoor was Emelwerth steeds minder een terp (heuvel in het land) maar kwam steeds meer op de punt (oirt) van het eiland te liggen. In 1859 is het eiland op last van koning Willem III ontruimd.
In 1936 werd begonnen met het aanleggen van de dijken om de Noordoostpolder die in 1940 klaar waren. Daarna begon het droogmalen van het gebied dat in 1942 droogviel. Er werd ruim 50.000 hectare land ontgonnen uit het IJsselmeer (de voormalige Zuiderzee). Op 15 december 1943 werd het eerste huis van Dorp A betrokken. De werknaam is later vervangen door Emmeloord. Vanwege de ontginning gedurende de Tweede Wereldoorlog was de Noordoostpolder een eldorado voor onderduikers. Veel wegen in het gebied herinneren nog aan deze tijd. Het Erehof Emmeloord is ook een stille getuige van de Tweede Wereldoorlog in de Noordoostpolder.
Samen met de tien 'Groendorpen' vormt Emmeloord sinds 1962 de gemeente Noordoostpolder. Sinds 1 januari 1986 behoort de Noordoostpolder tot de provincie Flevoland, voorheen tot Overijssel. 
573 
4136 Haamstede  3.7430075  51.6975594    571 
4137 Elburg  5.8337380  52.4485070 
Elburg ( uitspraak (info·uitleg)) is een gemeente, vestingstad en Hanzestad in Nederland. Het is gelegen aan het Veluwemeer en het Drontermeer in de provincie Gelderland. Elburg is vooral bekend vanwege haar middeleeuwse vesting met een nagenoeg volledig recht stratenplan. Op 1 november 2012 had de gemeente 22.499 inwoners (bron: CBS) op een oppervlakte van 65,95 km². Het gemeentehuis, dat eeuwenlang was gevestigd in de oude stad, staat nu in het aangrenzende buurtschap Oostendorp.

Geschiedenis:
Ooit was Elburg een vissers- en handelsplaatsje dat rechtstreeks op de Zuiderzee uitkeek. Na eeuwenlang te kampen hebben gehad met overstromingen werd, na de tweede Sint Marcellusvloed (1362) en de watervloed van 1367, het besluit genomen dat Elburg moest worden verplaatst. Willem van Gulick, de toenmalige hertog van Gelre, gaf zijn rentmeester Arent Thoe Boecop de volgende opdracht:
"Wij willen dat sy onze stat versetten sullen op een andere stede."
Dit plan kon worden uitgevoerd dankzij de welvaart die Elburg als Hanzestad in die tijd kende. Arend Thoe Boecop bouwde in vier jaar tijd (1392-1396) een stad met een rechthoekige plattegrond, waarin de straten planmatig werden aangelegd. Deze planmatigheid, met recht op elkaar staande straten, was een gevolg van het feit dat de stad op de tekentafel werd ontworpen. Na de bouw van de nieuwe stad stond het kerkgebouw nog altijd op de oude plaats buiten de nieuwe stadsmuren. Pas in 1397 gaf de bisschop zijn goedkeuring om de huidige Grote of Sint-Nicolaaskerk binnen het nieuwe stadje te herbouwen. Op dat moment was er nog een plaats in de hoek vrij en dus is Elburg een van de weinige oude steden waar de kerk niet centraal maar aan de rand staat. De bouw van deze oorspronkelijk rooms-katholieke kerk en na de hervorming van eind 16e eeuw protestants geworden kerk gebeurde nogal overhaast, want al na vijftig jaar moest de kerk gerenoveerd worden. De puntige torenspits die ooit op de kerk stond, brandde in 1693 na een blikseminslag volledig af, waardoor nu alleen nog maar de hoekige bovenbouw zichtbaar én beklimbaar is.
Elburg werd eind 14e eeuw niet alleen verplaatst, maar ook maakte men er een vesting van met grachten, muren en een aantal verdedigingstorens. Het stratenpatroon van Elburg dateert grotendeels uit de 14e eeuw. In de 19e eeuw werd een groot deel van de stadsmuren en torens geslecht om ruimte te maken voor nieuwe behuizing van de groeiende bevolking. Mede omdat Elburg geen treinverbinding heeft en het omliggende gebied vanouds redelijk arm was, is de groei in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw beperkt gebleven. Er was wel sprake van nieuwbouw, maar die werd gebouwd ver buiten de historische stadskern. Hierdoor is de stadsgracht, de Vischpoort (waarin nu het Visserijmuseum is ondergebracht), de kazematten, de vestingwallen en een deel van de stadsmuur nog altijd intact gebleven. Het feit dat Elburg naast Hanzestad ook als vestingstad bekendstaat vormt een belangrijke reden voor toeristen om een bezoek aan de stad te brengen.

De Vischpoort nabij de haven werd onder de naam Visscherstoren als gesloten verdedigingswerk gebouwd, maar werd in 1592 omgebouwd tot de huidige open poorttoren. In 1992 werden er opnieuw poortdeuren in aangebracht. In de Jufferenstraat staat met een neoclassicistisch bakstenen poortje de voormalige, in 1855 door de Joodse gemeenschap in gebruik genomen synagoge. Ze werd gevestigd in de verbouwde residentie van graaf Hendrik van den Bergh. Het gebouw, dat na de Tweede Wereldoorlog niet meer in gebruik kwam als godshuis, is nu onder de naam Sjoel Elburg een museum dat herinnert aan de Joodse gemeenschap van de stad en van Nederland.
Het Munthuis van Elburg is gevestigd in de Vischpoortstraat. Langs de stadsmuur nabij de haven ligt de oudste nog werkende touwbaan van Nederland. In de Schapesteeg staat het in gotische stijl gebouwde Arent Thoe Boecophuis. Dit gebouw had de rentmeester voor zijn opdrachtgever de hertog van Gelre laten bouwen, die het op zijn beurt aan de rentmeester schonk. Diens kinderen verkochten het in 1401 aan de stad Elburg. Vanaf 1401 tot 1954 was er het stadhuis van Elburg gevestigd. In de Zuiderwalstraat bevindt zich achter een groene houten deur de kloostertuin van het uit de 15e eeuw stammende voormalige Agnietenklooster. Hier was na 1954 het gemeentehuis gevestigd en thans herbergt het Museum Elburg. De voormalige refter van het klooster doet nog steeds dienst als raad- en trouwzaal.
In Oostendorp staat De Tijd, een stellingmolen die geregeld op zaterdag in bedrijf is. Het Nationaal Historisch Orgelmuseum bevindt zich aan de Brouwersteeg te Elburg. 
570 
4138 Oosterwolde  6.2944390  52.9896019 
Oosterwolde is een dorp en sinds 1886 de hoofdplaats van de gemeente Ooststellingwerf, provincie Friesland (Nederland), met 9.874 inwoners (1 januari 2014). 
569 
4139 Sint Annaparochie  5.6570979  53.2764463    568 
4140 Maarssen  5.0411380  52.1397810    567 
4141 Stadskanaal  6.9589480  52.9865319    566 
4142 Amersfoort  5.3878266  52.1561113 
Amersfoort is een stad en gemeente in het oosten van de Nederlandse provincie Utrecht. De gemeente telt 150.779 inwoners (1 november 2013, bron: CBS), die Amersfoorters worden genoemd. Het is in bevolkingsaantal de tweede stad van de provincie Utrecht en de veertiende van Nederland.
Amersfoort is een groeistad en vervult economisch een regiofunctie met een sterk gegroeid bedrijfsleven, heeft een van de grootste spoorwegknooppunten van Nederland en is een belangrijke garnizoensstad. De binnenstad bezit een middeleeuws karakter met grachten. 
565 
4143 Driebergen  5.2905490  52.0565980 
Driebergen is een Nederlands dorp in de provincie Utrecht in de bosrijke omgeving van het natuurgebied van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het dorp wordt voor het eerst genoemd als Thriberghen in 1159.
Binnen het grondgebied van de gemeente lag als een enclave het dorp Rijsenburg, gesticht in 1810. In de loop der jaren is Driebergen met deze buurgemeente Rijsenburg aaneengegroeid zodat zij tezamen vanaf 1931 de gemeente Driebergen-Rijsenburg gingen vormen. In de loop van de jaren is Rijsenburg stedenbouwkundig geheel in Driebergen opgegaan. Het is in feite een wijk van Driebergen, maar heeft een eigen karakter behouden. Van 1964 tot aan 2006 was Sparrendaal (Driebergen) het representatieve raadhuis van de gemeente.
Driebergen-Rijsenburg is per 1 januari 2006 samengevoegd met Amerongen, Doorn, Leersum en Maarn tot de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug. 
564 
4144 Nieuwehorne  6.0626219  52.9425392    563 
4145 Maarssenbroek  5.026389  52.133889 
Maarssenbroek is een gebied bij het dorp Maarssen in de Nederlandse provincie Utrecht. Bestuurlijk is het vandaag de dag een van de 12 kernen in de gemeente Stichtse Vecht.
Vanaf de middeleeuwen tot circa 1970 vormde Maarssenbroek een agrarisch gebied. Daarna ontstond met grootschalige nieuwbouw min of meer een forensen-/satellietstad met zo'n 23.000 inwoners (CBS 2009) die behoort tot de grootstedelijke agglomeratie Utrecht. In tegenstelling tot het oude gedeelte van het dorp heeft Maarssenbroek dan ook een zeer stedelijke uitstraling.

Geschiedenis; Het naamdeel -broek duidt op het moerassige karakter van het gebied. In de middeleeuwen werd de ontginning gestart. In 1514 telde de gemeente nog maar 9 huizen, maar tijdens de Franse overheersing woonden er al 19 gezinnen. Maarssenbroek werd door de Fransen aan Maarssen toegevoegd, dit werd na de overheersing teruggedraaid. In 1857 werd Maarssenbroek weer bij Maarssen gevoegd. Qua grootschalige infrastructuur werd rond 1843 de spoorlijn tussen Utrecht en Amsterdam aangelegd. Omstreeks 1892 kwam daarlangs nog (de voorloper van) het Amsterdam-Rijnkanaal bij. De autosnelweg A2 dateert uit de 20e eeuw.
Kort voor de start van het grote nieuwbouwproject in de jaren 1970 bestond Maarssenbroek uit een landelijk gebied met een tiental boerderijen waarvan de meeste langs de Maarssenbroeksedijk lagen. Verder was er nog de Nieuwe Stationsweg met een aantal twee-onder-een-kapwoningen. 
562 
4146 Terzool  5.7365693  53.0746615 
Terzool (officieel Fries: Tersoal) is een dorp in de gemeente Boornsterhem (Boarnsterhim) in de Nederlandse provincie Friesland. Het dorp telt 359 inwoners.

Het dorp ligt aan de Sneeker Oudvaart tussen Poppingawier en Sijbrandaburen. Tot de gemeentelijke herindeling in 1984 maakte Terzool deel uit van de voormalige gemeente Rauwerderhem, genoemd naar een van de Friese Hempolders van de oude Middelzee. Sinds 1989 is de officiële naam het Friestalige Tersoal. 
560 
4147 Makkinga  6.2171  52.9803 
Makkinga (Stellingwerfs: Makkinge, Fries: Makkingea) is een dorp in de gemeente Ooststellingwerf, in de Nederlandse provincie Friesland. Het telt 1039 inwoners (per 1 januari 2006)

Beschrijving:
Makkinga was tot 1886 hoofddorp van de gemeente Ooststellingwerf. Hierna is Oosterwolde de hoofdplaats geworden. Makkinga is een van de weinige dorpen in Nederland waar geen verkeersborden meer staan.

Er is een museum voor oude gereedschappen genaamd Oold Ark. Een bezienswaardigheid is de molen De Weyert. Elke laatste zaterdag van de maanden maart t/m oktober wordt een grote openlucht-rommelmarkt georganiseerd. 
559 
4148 Frederiksoord  6.187222  52.843056 
Frederiksoord (Drents: Freriksoord) is een dorp in het zuidwesten van de Nederlandse provincie Drenthe, in de gemeente Westerveld. Het ontstaan van Frederiksoord hangt samen met de geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid, die in 1818 werd opgericht.
Deze stichting ontgon de woeste gronden op drie kilometer afstand ten westen van Vledder en stichtte daar koloniën, waar de verpauperde bevolking uit de grote steden een bestaan kon vinden.
Uit de kolonies I en II ontstond het dorp Frederiksoord. De kolonies III en IV werden het dorp Wilhelminaoord. Andere dorpen die de maatschappij stichtte waren Willemsoord (Noordwest-Overijssel) en Boschoord. Frederiksoord wordt beschreven in 1823 in het dagboek van Jacob van Lennep die met zijn vriend Dirk van Hogendorp een voettocht door Nederland maakte. In juli van dat jaar bezochten zij Frederiksoord . 
558 
4149 Best  5.397848  51.507764 
Best is een plaats en gemeente in de provincie Noord-Brabant, gelegen in de Meierij van 's-Hertogenbosch, al wordt Best ook vaak beschouwd als noordgrens van de Kempen. Het grondgebied van de gemeente behoorde vroeger tot de gemeente Oirschot, maar is er in 1819 van afgesplitst om een zelfstandige gemeente te vormen.

De plaats ligt geografisch gezien op de splitsing Eindhoven - Tilburg en Eindhoven - 's-Hertogenbosch. De gemeente telt 28.594 inwoners (1 januari 2014, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 35,35 km². Binnen de gemeentegrenzen liggen 2 andere kernen: Aarle en De Vleut. De gemeente Best maakt deel uit van het kaderwetgebied SRE.

In de regio werden vroeger veel klompen gemaakt, dit is nog zichtbaar aan de vele populieren in het landschap. Ook is er een verwijzing in de naam tijdens het carnaval: Klompengat. Schoenenfabriek Bata en later Philips Medical Systems hebben het dorpje zeer sterk laten groeien.

Geschiedenis:
De eerste bewoners die op Bests grondgebied woonden, dateren uit 1700 v.Chr. Dit blijkt uit opgravingen in de Aarlese Heide ten zuiden van het Wilhelminakanaal. Andere vondsten stammen van de Keltische Cultuur zoals de urnen uit de La Tènetijd van 500 v.Chr.. Bij één van de gevonden grafheuvels werd een vorm aangetroffen die sterk herinnert aan de aanleg van Keltische tempeltjes. In een andere grafheuvel werden vormen en tradities uit de oudere bronstijd van 1700-800 voor Christus ontdekt.
Best hoorde aanvankelijk tot de gemeente Oirschot en bestond uit de buurtschappen Naastenbest en Verrenbest. Daarnaast waren er de buurtschappen Aarle en De Vleut, die tot heden een landelijk karakter hebben behouden.
Aanvankelijk bestond er een houten kapel, naar verluidt op de plaats waar Sint-Odulphus werd geboren. Een document uit 1378 maakt voor het eerst melding van deze kapel. Kerkdiensten vonden echter nog te Oirschot plaats. De kapel kon in 1437 door een stenen gebouw worden vervangen. Een rector voor deze kapel werd door het kapittel te Oirschot benoemd. Deze mocht echter alleen in het winterseizoen missen opdragen. Dit gebod omzeilde men door een vervanger aan te stellen die tijdens het zomerseizoen de mis opdroeg.
Wrijvingen met het kapittel culmineerden in een overval van de kapel, in opdracht van het kapittel, tijdens het opdragen van de mis in 1497, waarbij geld en misbenodigdheden werden ontvreemd. Dit leidde tot een vonnis van de kerkelijke rechtbank, waarbij de deken van Oirschot werd veroordeeld. De wrijvingen met het kapittel kwamen voort uit het dreigende verlies van inkomsten voor deze Oirschotse instelling.
De zelfstandige Sint-Odulphusparochie kwam uiteindelijk tot stand in 1553, waarmee de kapel tot kerk werd gepromoveerd. In 1628 werd de houten Sint-Annakapel te Aarle vervangen door een stenen gebouw. Doch na 1648 werden kerk en kapel door de protestanten gevorderd. De katholieken konden vanaf 1672 een schuurkerk betrekken, echter op 31 december 1794 vorderden de katholieken hun oorspronkelijke kerk weer terug. Dit werd aldus de eerste kerk die weer in handen van de katholieken kwam,aangezien de teruggave pas in 1798 officieel werd geregeld.
In 1828 werd Joannes Zwijsen pastoor te Best. In 1856 werd de pastorie gebouwd die tot op heden bestaat, en in 1864 kwamen de Zusters van Liefde naar Best. In 1882 werd de nieuwe Sint-Odulphuskerk ingewijd waarvan de bouw in 1880 begon. Men wilde eerst de toren van de oude kerk handhaven, maar deze was naar verhouding te klein. In 1884 werd de nieuwe toren gebouwd, maar daarmee was de oorspronkelijke historische kerk verdwenen.
De Sint-Odulphuskerk werd zwaar beschadigd tijdens een beschieting door de Duitse bezetter op 17 oktober 1944. De bevrijding van Best door de 15e Schotse divisie vond plaats op 24 oktober 1944. In 1960 was de kerktoren weer hersteld en nadien vonden nog een aantal restauratieprojecten van de kerk plaats. 
557 
4150 Bargermeer  6.899079  52.775551  Bargermeer is een kleine woonwijk in Emmen (Drenthe).
Het was ooit een echt meer dat lag tussen Noordbarge en Zuidbarge. Tegenwoordig zijn er vooral een industrieterrein, bedrijventerrein en enkele straten met woningen gevestigd. Meteen na de Tweede Wereldoorlog werd er een woonbuurt van Bargermeer gemaakt en werden er de eerste fabrieken gebouwd.
Bargermeer grenst tegenwoordig aan de Hondsrugweg en aan de Dordsestraat. Verder grenst het aan de spoorlijn Emmen-Zwolle en aan een stukje goederenspoor richting de fabriek AkzoNobel. 
556 


«Vorige «1 ... 79 80 81 82 83 84 85 86 87 ... 88» Volgende»